Tijdens de koude oorlog hadden de Verenigde Staten van Amerika enorm harde behoefte aan een KICK ASS spionagevliegtuig dat buiten het bereik van de radarinstallaties van de USSR moest kunnen blijven.
Dus benaderde de CIA ergens halverwege de jaren vijftig vliegtuigbouwer Lockheed (Nog voor ze samengingen met vliegtuigbouwer Martin Marietta) om een spionagevliegtuig te bouwen dat razendsnel was, niet te detecteren door radarinstallaties en zo hoog mogelijk moest kunnen vliegen. Lockheed had vanwege haar U-2 al aardig wat ervaring opgedaan met spionagevliegtuigen. De U-2, ook wel bekend onder de naam Ladybird kon namelijk zonder problemen op 21 kilometer hoogte vliegen en tegelijkertijd haarscherpe foto’s van grondinstallaties maken. Alleen erg snel was de U-2 niet.
Dus moest er een nieuw vliegtuig ontwikkeld worden. Na een aantal ontwerpvoorstellen gaf de CIA in 1959 een contract van bijna honderd miljoen dollar aan Lockheed om de voorloper van de SR-71, de A-12 te gaan bouwen. Daar zijn er 12 van gebouwd, maar binnen een paar jaar was het over en sluiten voor de A-12 wegens budget problemen en de doorontwikkeling van de A-12 tot SR-71.

De SR-71 werd uitgerust met aanzienlijk krachtiger motoren dan in eerste instantie in de A-12 werden geplaatst. Hierdoor was de SR-71 in staat om een kruissnelheid van mach 3 te bereiken, met een topsnelheid van ruim 3500 kilometer per uur (mach 3.3). Ook het plafond werd aardig opgetrokken ten opzichte van de U-2, de SR-71 kon op een hoogte van 26 kilometer nog steeds zonder problemen haarscherpe foto’s van de grond maken.
Om dit soort snelheden goed te kunnen verwerken werd voor de romp en interne delen van het vliegtuig gebruik gemaakt van titanium. Door de snelheid van het vliegtuig werd de buitenkant van de romp enorm warm. Om er voor te zorgen dat het titanium niet scheurde door de hitte, was de buitenkant van het vliegtuig gegolfd. Een ander probleem van deze hitte was dat titanium tijdens de vlucht uitzette. Hierdoor lekte de SR-71 op de grond brandstof uit haar tanks. Dit lekken stopte zodra de romp warm werd en het titanium genoeg uitgezet was om de tanks netjes af te sluiten (er was immers nog geen kunststof beschikbaar dat tegen dergelijke temperaturen bestand was). Dit was overigens niet de reden dat de SR-71 na take off direct bijgetankt moest worden. Dat had te maken met drukverschil in de tanks wanneer de SR-71 op hoogte vloog, het verminderen van het take-off gewicht en natuurlijk het astronomisch hoge brandstofverbruik van de kist.
Het titanium dat gebruikt werd voor de Blackbird zorgde voor nog een ander probleem. De Verenigde Staten hadden zelf niet toegang tot genoeg titanium om de vliegtuigen te bouwen. Het titanium dat gebruikt werd voor de SR-71 werd gewonnen uit Rutiel en dat was voornamelijk te vinden in de USSR. Maar ja, de koude oorlog was op dat moment op één van haar hoogtepunten en de Blackbird was juist bedoeld om boven Rusland te spioneren. Even shoppen bij Chroesjtsjov voor een lading titanium was er dan ook niet bij. Dus werd er een netwerk van nep-operaties en bedrijven opgezet om via allerlei derde wereldlanden het titanium vanuit de USSR naar de Verenigde Staten van Amerika te krijgen.

Naast het lekken van brandstof op de grond, waren er nog wel wat meer design-technische uitdagingen die overwonnen moesten worden. Zo moest bijvoorbeeld de lucht in de motoren met maximaal subsonische snelheden naar binnen stromen, terwijl er wel gevlogen werd met Mach 3. Dus werden er speciale air-inlets ontworpen die er voor zorgde dat de lucht aanzienlijk minder snel naar binnen kwam dan het vliegtuig zelf vloog. Een kegel in het midden van de air-inlet kon naar binnen worden geschoven wanneer er harder dan Mach 1.6 gevlogen werd, waarbij rekening gehouden werd met de huidige stand van het vliegtuig.
Uiteindelijk rolde de eerste SR-71 in 1964 naar buiten en is het vliegtuig tot 1998 in service geweest, zonder geëvenaard te worden door andere vliegtuigen. Zowel qua prestaties als design niet. Het vliegtuig is 55 jaar na dato nog steeds hypermodern om te zien en hoeft zich nog immer nergens voor te schamen. In die 34 jaar zijn er ruim 3500 missies gevlogen en heeft de Blackbird ook menig opwachting gemaakt in Hollywoodproducties, zoals in D.A.R.Y.L. uit 1985. Maar ook in 2009 was de Blackbird nog interessant genoeg om prominent in een Transformers-editie te verschijnen.
Dat het voor piloten ook een bijzonder evenement was om te vliegen in de Lockheed SR-71 Blackbird, blijkt wel uit onderstaande anekdote van Blackbird piloot Brian Shul. Tijdens een oefenvlucht hoorde Shul via de radio dat er een soort piemellengte-wedstrijdje tussen wat piloten aan de gang was die aan Air Traffic Control een update over hun grondsnelheid vroegen.