Het lukt niet meer, hè Jeffrey?

In een rokerige kamer op de derde verdieping van pension Zum Verlorenen Tafereel, waar de vitrage zwaar was van het vet en de melancholie, zat Herr Schlomski — gewezen koffiedichter en thans redacteur van een culinair tijdschrift zonder publiek — wezenloos voor zich uit te turen. Voor hem lag een vergeelde afdruk van een foto, die zich al urenlang koortsig in stilzwijgen hulde, als een koekoeksei in het nest van de menselijke ervaring.
“Ze kijken niet terug,” fluisterde de foto tegen niemand in het bijzonder. “En toch verwachten ze dat ik iets zeg.”
Schlomski, die nog met één sok aan zijn voet en de ander in de soep zat, knikte. Of hij het nu met de foto eens was of met zijn eigen vergeten gedachte, wist hij zelf niet. Maar ergens in zijn borstkas begon iets te kriebelen — een nervositeit, een roeping, een soort innerlijke diarree van de ziel.
Achter hem, in de schaduw van een zwartwitte linnenkast, verschoof een redactielid — oud, murw, zurig van geest en met een kop dampende slootwaterkoffie die eruitzag alsof men het met een pollepel uit de Donau had geschept.
“Maak een onderschrift,” gromde het wezen, wiens naam al lang niet meer werd uitgesproken. “Maar geen gelul. Geen woordspelingen die zelfs /seth naar de fles jagen. Wij eisen iets wat schuurt. Wat knarst. Of volledig bezwijkt onder z’n eigen gewicht. Als het maar godvergeten écht is.”
Buiten blafte een hond, ver weg — of was het het verleden zelf, dat zijn tanden nog één keer liet zien? Schlomski strekte zijn hand, doopte zijn pen in de inkt van wanhoop, en schreef. Een traan rolde van de vensterbank. In een bijlage, ergens onderin een stoffige kast, lag het Gulden Register van de Eregalerij der Reetisti. Er was plaats voor nog één naam.


Deze foto is in Seine gezet.
“In een bijlage, ergens onderin een stoffige kast, lag het Gulden Register van de Eregalerij der Reetisti. Er was plaats voor nog één naam.” Die naam kan geschreven worden.
Notre Lamme
Ooit was de eenhoorn voor de kerk het symbool van maagdelijkheid en onschuld.
Een-vrouw
Een ratelend rolluik op de Quai de la Tournelle, een toeterende Peugeot op de Pont de l’Archevêché… Het klonk allemaal gedempt en uit de verte. Alsof ze onderwater zwom, of een groot rubber masker over haar hoofd getrokken had. Toch ontwaakte Petra de Rewus langzaam uit haar roes en begon zachtjes te neuriën:
Encore du vin dans la bouteille
de VEO, hij was van mij!
een prachtig feestje, grote blij
Je n’ai pas sommeil
Il est cinq heures
Paris s’éveille
Paris s’éveille
:)))
Vroeger waren eenhoorns zeldzaam, tegenwoordig liggen ze gewoon op straat.
Paard van Troje op vakantie in Troje
Annemiek finishte dit jaar wel in Parijs.